Cassatie spreekt zich uit: btw-tegoed van tel bij invordering nalatigheidsinteresten

Het is gangbare praktijk dat de Btw een boete én nalatigheidsinteresten (in 2023: 8%) oplegt als u of uw vennootschap te weinig btw betaald heeft of ten onrechte btw gerecupereerd heeft

Cassatie spreekt zich uit: btw-tegoed van tel bij invordering nalatigheidsinteresten

Het is gangbare praktijk dat de Btw een boete én nalatigheidsinteresten (in 2023: 8%) oplegt als u of uw vennootschap te weinig btw betaald heeft of ten onrechte btw gerecupereerd heeft. De Btw houdt daarbij geen rekening met een eventueel btw-tegoed dat u of uw vennootschap op de rekening-courant bij de Btw heeft staan.

Een btw-tegoed ontstaat doordat de te recupereren btw (op aankopen) groter is dan de te betalen btw (op verkopen) zoals die blijkt uit de periodieke btw-aangifte. Zolang dat het btw-tegoed niet wordt teruggevraagd, wordt dat btw-tegoed overgedragen naar het volgende aangiftetijdvak.

Cassatie heeft eind 2022 geoordeeld dat de Btw wel degelijk rekening moet houden met een eventueel btw-tegoed als zij nalatigheidsinteresten invordert. Heeft u of uw vennootschap aldus een btw-tegoed, dan mag de Btw, zo die bij een controle vaststelt dat er te weinig btw afgedragen werd of ten onrechte btw werd gerecupereerd, slechts nalatigheidsinteresten rekenen op het bedrag dat overblijft na aftrek van het btw-tegoed. De Btw mag dus m.a.w. helemaal geen nalatigheidsinteresten opleggen als de ingevorderde btw lager is dan het eventueel btw-tegoed (Cass. 22 december 2022). Het is evenwel afwachten hoe de Btw zich zal schikken naar dit cassatie-arrest.